Wat hebben we een geweldige tulpentijd gehad dit jaar. Geen regen tijdens de bloei. De rest van de tuin had het zwaar te verduren, maar de tulpen, narcissen en andere voorjaarsbollen stonden te stralen in de aprilzon.
Wie kent ze niet... 'Tête-à-Tête'... de kleine, gele narcissen die al vroeg in het voorjaar op iedere hoek van de straat verkocht worden. Regelmatig gaat er dan een potje mee naar huis. Genieten van een beetje voorjaar in huis tijdens de laatste wintermaanden. Na de bloei pak ik mijn schepje en zet ik ze in de tuin. En zo bloeien er al jaren overal kluitjes 'Tête-à-Tête'. Ook de blauwe druifjes vinden zo ieder jaar hun weg naar de tuin. Af en toe werden er in de herfst een paar zakken tulpen en wat krokussen aan toegevoegd die in de lente voor extra kleur zorgden.
Sneeuwklokjes en krokussen
Afgelopen najaar zijn er een heleboel bollen de grond in gegaan. Ik vond het zó spannend. Het kon voor mij niet snel genoeg voorjaar zijn. Het bloemenseizoen begint dan al vroeg met de eerste sneeuwklokjes, vaak al in januari. Gevolgd door de krokussen. Die zijn een belangrijke nectarbron voor de eerste bijen die gaan vliegen.
Het ziet er ook heel vrolijk uit, al die kleurtjes. Wie wordt er niet blij van een heel grasveld vol krokussen wanneer je bij een verkeerslicht staat te wachten?!
Natuurlijke uitstraling
Met bloembollen kan je ook hele mooie combinaties samenstellen: kleur, vorm, hoogte, bloeitijd,... Overal moet je rekening mee houden. De informatie op de verpakking is op dat moment je leidraad. Ook moet je je proberen voor te stellen wat er vroeg in het voorjaar al groen is, of welke planten er vroeg uitlopen. Het is mooier om tulpen en narcissen in een groen veldje te zien staan, dan op een kale zwarte grond. Ook de kleur van de bladplanten is iets waar je mooie combinaties mee kan maken. Denk bijvoorbeeld aan Heuchera met zijn spectaculaire bladkleuren. Of Ligularia met zijn donkere blad.
Ook varens komen in aanmerking door hun natuurlijke uitstraling. Lage wintergroene bodembedekkers vormen ook een mooie ondergrond voor mini narcissen.
Zet je voorjaarsbollen tussen vroege bloeiers zoals judaspenning, muurbloemen, vergeet-mij-nietjes of akelei. Dit zorgt voor een natuurlijke uitstraling.
Maar een groepje manden of potten op het terras of valkbij het raam, gevuld met bloembollen, staat ook heel leuk.
Bloei spreiden
Als ik de bollen ga planten, leg ik ze eerst allemaal neer. Zo kan je af en toe nog een beetje schuiven en steek je met je schep niet een bol stuk die je net tevoren geplant hebt. Wanneer alle bollen liggen, ga ik ze in de grond stoppen. Een algemene regel voor de diepte is driemaal de hoogte van de bol. Dus als een bol 5 cm is, gaat hij 15 cm diep de grond in. En dan is het wachten op de kleurexplosie.
Als je het een beetje goed uitzoekt, heb je weken, zelfs maanden plezier van voorjaarsbollen in je tuin. Het seizoen start echt veel eerder. Hoe heerlijk is dat!
Nieuwe plannen
Tijdens de bloei maak ik al plannen voor volgend jaar. De tulpen gaan er na het afsterven van het loof weer uit. Dus daar kan je volgend jaar weer nieuwe of nog betere combinaties mee maken. Ik kijk dus goed op welk moment ze bloeien en hoe de rest van de tuin er op dat moment uitziet.
Welk hoekje kan nog wat kleur gebruiken? Waar is het al mooi groen en zouden tulpen tussen kunnen staan? Welke plekken in de tuin zijn goed zichtbaar vanuit het huis? Welke andere combinaties kan ik maken met de bollen die ik nu heb? Welke kleuren, vormen of soorten schaf ik in het najaar aan om het nog mooier te maken?
Markeren en bewaren
De informatie op de verpakking wijkt soms wel eens af. Zo had ik dit jaar een tulp die 60 cm hoog zou worden achteraan gezet. Uiteindelijk werd hij maar 30 cm en zag je hem nauwelijks staan. Die komt volgend jaar dus op de eerste rij.
Net voor de tulpen uitgebloeid zijn, markeer ik ze met een gekleurd draadje. Als de bloemblaadjes van de tulpen af beginnen te vallen, breek ik de top eruit. Zo zorg je ervoor dat de bloembol geen energie stopt in het maken van zaaddozen, maar dat hij al zijn energie stopt in het sterker maken van de bol zelf. Laat het loof rustig afsterven en haal dan de bollen uit de grond. Veeg het zand er een beetje af maar maak ze zeker niet schoon met water. Nu kan ik aan de gekleurde draadjes nog precies zien om welke soort het gaat. Wanneer je de bloembollen gerooid hebt, zie je aan de onderkant meestal kleine nieuwe bolletjes, broedbolletjes. Haal deze bolletjes samen met de oude huid en wortels eraf. De grootste broedbolletjes kun je in de herfst ook planten. Laat de bollen dan nog een paar weken drogen voor je ze opbergt. Dit gebeurt het best op een droge, luchtige en donkere plek zodat je voorkomt dat de bollen gaan schimmelen of rotten. Papieren zakjes of kartonnen dozen (schoendozen) zijn ideaal om de bollen tijdens de zomermaanden in te bewaren.
En nu gaan we genieten van de zomerbollen!!
Opmerkingen