Een moestuin betekent ook klimelementen en steunmaterialen...
Natuurlijke materialen zijn nooit storend. Ze voegen vaak iets extra’s toe. De planten en klimelementen worden op een natuurlijke manier in elkaar verweven en vormen zo een mooi geheel. Het nadeel is wel dat de bouwwerken meestal niet langer dan twee jaar mee gaan. Toch heeft het vergankelijke ook zijn charmes. Het past mooier in de omgeving.
Sprokkeltocht
Ik gebruik allerlei soorten takken om mijn klimelementen in de moestuin te maken. Veel mensen weten ondertussen dat ze me heel blij kunnen maken met hun snoeihout.
Het mooiste en makkelijkste om mee te werken zijn lange, rechte takken. Ik gebruik vaak de takken van de catalpa, prunus, wilg en berk. Ook de dunne, slappe takken van de berk kan je prima gebruiken. Zelfs met de lange grashalmen van miscanthus kan je prachtige steunen creeëren. Dus niet meteen weggooien als je ze afknipt!
Bamboe is ook een optie, heel lang en recht. Ik gebruik het ook, maar mijn voorkeur gaat toch naar de andere houtsoorten. Ik vind het te gladjes en daardoor minder natuurlijk.
Naast klimelementen kun je de takken ook voor andere creatieve ideetjes gebruiken, bijvoorbeeld een mooie vogelverschrikker. Daar kunnen insecten dan weer een schuilplekje in vinden. Er heeft zelfs een keer een winterkoninkje in genesteld! Zó schattig...
Met de handen in het haar
Hoe begin je nu aan zo’n project, zullen sommigen van jullie denken.
Je hebt er weing voor nodig: takken, touw, snoeischaar en als het hele dikke takken zijn een takkenschaar.
Met een stok teken je een cirkel op de aarde. Daar steek je op gelijke afstanden 5 of 7 lange takken in. Ligt een beetje aan de grote van de cirkel. Die bind je vanboven met touw bij elkaar zodat er een wigwam ontstaat. Met slappe berkentakken maak je dan een spiraal om je wigwam. Alles goed vastknopen en je hebt twee jaar plezier van je klimelement.
